Borstreconstructie

Borstreconstructie

BORSTRECONSTRUCTIE NA BORSTKANKER

1 op 9 vrouwen in België krijgt voor de leeftijd van 75 jaar de diagnose van borstkanker. Borstkanker is de meest frequente vorm van kanker bij de vrouw.

De precieze oorzaak voor het ontstaan van borstkanker is nog onvoldoende gekend. Wel zijn een aantal risicofactoren geïdentificeerd.  Zo kan binnen een bepaalde familie een abnormaal hoog aantal gevallen van borstkanker aanwezig zijn. We spreken in dit geval van een familiale vorm van borstkanker. Indien een genetische afwijking aan de basis ligt spreekt m’n van een genetische vorm van borstkanker. De meest gekende genetische afwijkingen betreffen het BRCA 1 en BRCA 2 gen.

Afhankelijk van het type, de grootte en de lokalisatie van borstkanker kan gekozen worden voor een borstsparende ingreep of een borstamputatie. Bij een borstsparende ingreep zal slechts een deel van de borstklier verwijderd worden. Bij een borstamputatie zal de volledige borstklier verwijderd worden, al dan niet in combinatie met de bedekkende huid en/of de tepel.  Na beide ingrepen kan een borstreconstructie aangewezen zijn.

Borstkanker gaat gepaard met ingrijpende lichamelijke veranderingen en een waaier aan emoties, wat kan leiden tot onzekerheid op lichamelijk en seksueel vlak. Een borstreconstructie zal bijdragen tot het herstel van het lichaamsbeeld van de patiënt. 

Alles wat je wilt weten

De chirurgische ingreep die tot doel heeft borstkanker te verwijderen zal zichtbare sporen nalaten ter hoogte van de borst.  

Door middel van een borstreconstructie zal m’n trachten de vorm, het volume en de symmetrie van de aangetaste borst te herstellen. Om dit te bereiken kan gekozen worden voor een reconstructie met eigen weefsel of een reconstructie met implantaten. Afhankelijk van uw wensen en lichaamsbouw zal gekozen worden voor het optimale type vanborstreconstructie.

Niet elke vrouw die in behandeling is voor borstkanker zal echter een borstreconstructie nastreven. Toch is het belangrijk dat ook zij voldoende geïnformeerd zijn over de verschillende mogelijkheden en de individuele aanpak per patiënt.

Voor wat de timing van de reconstructie betreft maakt m’n een onderscheid tussen een primaire (onmiddellijke), secundaire (laattijdige) of tertiaire reconstructie.

Bij een primaire (onmiddellijke) reconstructie zal de borstreconstructie onmiddellijk na de borstamputatie worden uitgevoerd. Het voordeel van deze techniek is dat de patiënt geen periode zonder borst dient te overbruggen. Voorbeelden van een primaire reconstructie zijn patiënten met een genetische belasting (BRCA 1 of 2) waarbij een preventieve borstamputatie gecombineerd wordt met een onmiddellijke reconstructie van de borst. Doorgaans gaat het om patiënten die geen nabehandeling (radio- en/of chemotherapie) dienen te ondergaan.

Bij een secundaire (laattijdige) reconstructie zal in een 1ste fase enkel overgegaan worden tot de borstamputatie. Vaak is de reden hiervoor de noodzaak tot een nabehandeling onder de vorm van radio- en/of chemotherapie. Gezien deze nabehandeling een hogere kans op complicaties (infecties/wondproblemen) teweegbrengt, wordt pas 6 maanden na het beëindigen ervan overgegaan tot de eigenlijke reconstructie. Het grote nadeel hierbij is uiteraard de tussenperiode waarin de patiënt zonder borst door het leven moet.

Bij een tertiaire reconstructie heeft de patiënt reeds een borstreconstructie ondergaan maar dringt zich toch een nieuwe reconstructie op. Vaak voorkomende problemen zijn pijnklachten of een esthetisch onaanvaardbaar resultaat na een eerdere borstreconstructie.

De optimale timing van de reconstructie kan met u besproken worden.

Tijdens de initiële borstingreep zullen doorgaans tepel en tepelhof verwijderd worden. In dergelijke gevallen zal als laatste stap een reconstructie van tepel en tepelhof noodzakelijk zijn. Voor de reconstructie van de tepel wordt onder plaatselijke verdoving met een klein flapje afkomstig van de huid op de plaats waar de nieuwe tepel dient gevormd te worden een nieuwe tepel gemaakt. Het tepelhof wordt gereconstrueerd d.m.v. een tatoeage van de tepelhof- regio. Deze tatoeage vindt plaats ongeveer 2 maand na de reconstructie van de tepel.

Een borstreconstructie wordt sinds enkele jaren volledig terugbetaald. Er zullen dus ook geen extra esthetische supplementen worden aangerekend. Voor sommige gevallen van tertiaire borstreconstructie dient echter wel eerst een speciale aanvraag tot terugbetaling ingediend te worden.

Types van borstreconstructie

Een belangrijk onderscheid dient gemaakt te worden tussen een reconstructie met eigen weefsel en een reconstructie door middel van implantaten (prothesen).

Bij een reconstructie met eigen weefsel zal, zoals het woord het zelf zegt, gebruik gemaakt worden van eigen weefsel om de nieuwe borst te reconstrueren.  

Belangrijke voordelen van deze techniek zijn dat de nieuwe borst natuurlijk, warm en soepel aanvoelt en de borst mee evolueert met het normale verouderingsproces en eventuele gewichtsschommelingen van de patiënt. Hierdoor zal een langdurig en stabiel resultaat gegarandeerd zijn. Algemeen wordt deze techniek dan ook beschouwd als de beste manier om een natuurlijke ‘nieuwe’ borst te creëren.

Binnen de autologe reconstructie dient een onderscheid gemaakt te worden tussen een reconstructie met een vrije weefsel flap (‘stuk’ eigen weefsel dat getransplanteerd wordt) of een reconstructie door middel van lipofilling (vetcellen die getransplanteerd worden).

Bij de reconstructie met een vrije weefsel flap zal een hoeveelheid huid en vetweefsel getransplanteerd worden van elders op het lichaam naar de borst. Door middel van microchirurgie zullen kleine bloedvaten in de vrije flap verbonden worden met bloedvaten naast het borstbeen, zodat de nieuwe borst goed doorbloed is en warm aanvoelt.

De meest gebruikte vrije weefsel flap is de DIEP flap. De DIEP flap geldt momenteel als de gouden standaard binnen de autologe borstreconstructie. Bij deze vorm van reconstructie zal een hoeveelheid huid en onderhuids vetweefsel van de onderbuik getransplanteerd worden naar de borst. DIEP staat voor Deep Inferior Epigastric artery Perforator en verwijst naar het bloedvat dat zal meegenomen worden met de rest van het weefsel. De bloedvaten worden opgezocht door de buikspieren te splitsen zonder de spiervezels door te nemen. Aldus zal de stevigheid van de buikwand bewaard blijven.  Ter hoogte van de onderbuik zal een horizontaal litteken overblijven. Dit litteken zit doorgaans onder de rand van een normale onderbroek.

Bij de reconstructie met een vrije weefsel flap zal een hoeveelheid huid en vetweefsel getransplanteerd worden van elders op het lichaam naar de borst. Door middel van microchirurgie zullen kleine bloedvaten in de vrije flap verbonden worden met bloedvaten naast het borstbeen, zodat de nieuwe borst goed doorbloed is en warm aanvoelt.

De meest gebruikte vrije weefsel flap is de DIEP flap. De DIEP flap geldt momenteel als de gouden standaard binnen de autologe borstreconstructie. Bij deze vorm van reconstructie zal een hoeveelheid huid en onderhuids vetweefsel van de onderbuik getransplanteerd worden naar de borst. DIEP staat voor Deep Inferior Epigastric artery Perforator en verwijst naar het bloedvat dat zal meegenomen worden met de rest van het weefsel. De bloedvaten worden opgezocht door de buikspieren te splitsen zonder de spiervezels door te nemen. Aldus zal de stevigheid van de buikwand bewaard blijven.  Ter hoogte van de onderbuik zal een horizontaal litteken overblijven. Dit litteken zit doorgaans onder de rand van een normale onderbroek.

Alternatieve vrije weefsel flappen betreffen de Lumbar flap (weefsel ter hoogte van de onderrug), de sGAP of iGAP flap (weefsel ter hoogte van de bilregio), de PAP flap/TUG flap (weefsel ter hoogte van de binnenzijde van de dij). Dit type van vrije weefsel flap reconstructie is niet de eerste keuze en zal slechts gebruikt worden indien onvoldoende weefsel beschikbaar is ter hoogte van de onderbuik, een eerdere buikwandcorrectie werd uitgevoerd of na een voorgaande (gefaalde) reconstructie.

Reconstructie met een vrije weefsel flap (DIEAP flap) schematisch samengevat:

Voordelen:

  • Lichaamseigen
  • Voelt warm aan
  • Soepel en natuurlijk ogend resultaat
  • Voegt extra huid toe zo nodig (secundaire reconstructie)
  • Evolueert mee met het lichaam (verouderen/gewichtsschommelingen)
  • Eenmalige grote ingreep (eenmaal goed, altijd goed)
  • Geen functionele last ter hoogte van de donorsite

Nadelen:

  • Initieel langere operatieduur (langs 1 kant 5 uur, langs 2 kanten 7u)
  • Initieel langere hospitalisatieduur (5tal dagen)
  • Herstelperiode van 4 à 6 weken
  • Extra litteken op plaats waar weefsel wordt weggenomen
  • In 2% van de patiënten kan een klontertje ontstaan in de bloedvaten, waardoor de doorbloeding van het getransplanteerde weefsel verstoord is (vooral bij vooraf bestaande stollingsstoornissen of bij actieve rokers)
  • De kans op falen van de reconstructie betreft 0,5%.

Een borstreconstructie met een vrije weefsel flap houdt in essentie 3 stappen in:

  1. De eigenlijke reconstructie van de borst: Patiënt zal een 5tal dagen in het ziekenhuis verblijven. Nadien wordt een tussenperiode van een 6tal maanden ingelast waarbij het weefsel van de nieuwe borst en buik tot rust komt. Patiënt kan zijn normale dagdagelijkse en beroepsmatige activiteiten hervatten na een 6tal weken.
  2. De ‘secundaire/bijkomende’ correcties: Het betreffen hier doorgaans enkele kleine correcties van buik en/of borst, waardoor een goede vorm en symmetrie bekomen wordt. Deze correcties worden doorgaans uitgevoerd tijdens een dagopname. Na een 2tal weken kunnen de dagdagelijkse en beroepsmatige activiteiten hervat worden.
  3. De tatoeage van tepel en tepelhof: Deze laatste stap gebeurt doorgaans onder lokale anesthesie op de raadpleging.

Lipofilling is een techniek waarbij vetcellen getransplanteerd worden. Deze vetcellen worden via een klassieke liposuctie techniek bekomen. Zo wordt via een kleine opening in de huid met een canule onderhuids vetweefsel weggezogen. Het bekomen vetweefsel wordt vervolgens gezuiverd zodat een concentraat van pure vetcellen wordt verkregen. Dit concentraat van pure vetcellen wordt dan getransplanteerd naar de borst.

Een volledige borstreconstructie door middel van lipofilling kan in selectieve gevallen geïndiceerd zijn (indien een klein volume van borst aanwezig is). Vaak zijn meerdere sessies noodzakelijk om het vooropgestelde volume te bekomen.

Lipofilling als geïsoleerde ingreep is doorgaans echter ontoereikend voor de volledige reconstructie van de borst.  Het is een aanvullende techniek naast de vrije weefsel flap reconstructie en de prothese reconstructie. In dergelijke gevallen zal de techniek van lipofilling gebruikt worden ter correctie van een asymmetrie in volume of ter correctie van een contourdefect. In het geval van een prothesereconstructie kan lipofilling zorgen voor wat extra lichaamseigen bedekking boven op de prothese.

Reconstructie met lipofilling schematisch samengevat:

Voordelen:

  • Kortere initiële operatieduur
  • Kortere initiële hospitalisatieduur
  • Geen extra littekens
  • Direct herstel van volume

Nadelen: 

  • Slechts 60-70% groeit in, de rest resorbeert
  • Meerdere sessies noodzakelijk voor het bekomen van het gewenste volume
  • Slechts geïndiceerd bij een klein borstvolume
  • Vaak nog kleine prothese noodzakelijk voor centrale projectie

Sommige patiënten staan weigerachtig tegenover een borstreconstructie met eigen weefsel gezien de grootte van de ingreep, het bijkomende litteken en de (kleine) kans op falen van de reconstructie.  Voor anderen is een reconstructie met eigen weefsel anatomisch gezien gewoon geen optie. Voor deze patiënten kan een reconstructie door middel van silicone borstprothesen een valabel alternatief zijn.

Borstprothesen zijn ronde of druppelvormige siliconen zakjes die afhankelijk van de dikte van de huid boven of onder de borstspier worden geplaatst. De voordelen van een prothesereconstructie zijn dat er geen extra littekens dienen gemaakt te worden en dat de reconstructieve ingreep doorgaans minder lang duurt.  De borst zal doorgans echterminder natuurlijk aanvoelen en kan op termijn problemen geven die soms een nieuwe ingreep noodzakelijk maken. Als er vroeger radiotherapie werd toegediend, is er een grotere kans op problemen met dit type van reconstructie.

Indien de huid van de borst tijdens de borstamputatie niet wordt bewaard, zal vaak in een eerste stap een specifiek type van borstprothese worden geplaatst: de borstexpander. Dit is een prothese met vulklep, die enkele weken na de ingreep progressief zal gevuld worden met fysiologisch water. Zodra het gewenste volume wordt bekomen, kan de expander vervangen worden door een definitieve prothese. De expander kan ook geplaatst worden als tijdelijke reconstructie, in afwachting van een reconstructie met eigen weefsel.

Reconstructie met implantaten schematisch samengevat:

Voordelen:

  • Kortere initiële operatieduur
  • Kortere initiële hospitalisatieduur
  • Geen extra littekens
  • Direct herstel van volume

Nadelen:

  • Niet lichaamseigen
  • Minder natuurlijk resultaat
  • Voelt kouder aan
  • Voegt geen extra huid toe (secundaire reconstructie)
  • Hoger risico op complicaties (kapselcontractuur, infectie, ruptuur, malpositie)
  • Op lange termijn meer chirurgische ingrepen en een langere totale hospitalisatieduur
  •  

Een andere specifieke vorm van borstreconstructie is de zogenaamde hybride borstreconstructie. Bij deze techniek wordt gebruik gemaakt van een reconstructie deels met eigen weefsel en deels met prothesen. Zo zal in een eerste fase een prothese of expander geplaatst worden. Na een 3tal maanden zal een 2de ingreep volgen, waarbij een volume water uit de expander wordt gelaten en dit volume wordt gecompenseerd door middel van lichaamseigen vet (lipofilling). Doorgaans zijn meerdere sessies noodzakelijk via dagopname. Op het einde van het traject kan de expander verwijderd worden en zal centraal nog een kleine prothese geplaatst worden voor centrale projectie van de borst.

Voordelen: 

  • Deels lichaamseigen
  • Natuurlijker resultaat
  • Minder koud
  • Kortere initiële operatieduur
  • Kortere initiële hospitalisatieduur
  • Geen extra littekens
  • Direct herstel van volume
  • Bijkomende correctie van lichaamscontour

Nadelen: 

  • Deels niet lichaamseigen
  • Meerdere ingrepen noodzakelijk (gemiddeld 3 sessies lipofilling) – tussenperiode van minimum 3 maanden
  • Voegt geen extra huid toe (secundaire reconstructie)
  • Slechts geïndiceerd bij een klein tot middelmatig borstvolume
  • Hoger risico op complicaties (kapselcontractuur, infectie, ruptuur, malpositie)

Meer weten over een borstreconstructie?

TOP